Het werken met mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) is arbeidsintensief en kostbaar. Mosselkwekers kiezen daarom steeds nadrukkelijker voor samenwerking. Aan het woord mosselkweker Anthony Riedijk: “Het MZI-werk loopt dwars door de rest van je bedrijfsvoering heen. De MZI-bedrijfsvoering hebben wij samen met andere mosselkwekers ondergebracht in de coöperatie SMY (Samenwerkingsverband Mosselkweekbedrijven Yerseke). Je hebt elkaar als kwekers nodig, anders krijg je het niet rond. Ook voor je inkoopkracht, om samen het MZI-materiaal in te kopen.”
Meer MZI-samenwerking
Als coöperatie kochten de kwekers een pand met loswal aan het water en opslagterrein voor materialen in Harlingen. “Toen we dat in 2013 kochten dachten we: dit terrein is zo groot, dat krijgen we nooit vol. En nu komen we ruimte te kort. Eerst hadden we één MZI-lijn, toen dertig en nu zitten we aan de honderd systemen!”
Hij is er, net als zijn collega’s, best verbaasd over. “In het begin was alles nieuw. We hebben een boel ellende meegemaakt: lijnen in de knoop, die je op de wal moest slepen en uit elkaar halen. Loodzwaar werk, waar je soms dagen mee bezig was. Dat gebeurt soms nog wel: na een storm heb je meer werk dan bij het erin leggen. Maar dat het zo’n succes zou worden had niemand gedacht. Sommige jaren, als er bijna geen bodemzaad was, heeft het MZI-zaad ons echt gered. We dachten eerst: dit wordt onze ondergang, maar nu zijn er momenten geweest dat het onze redding was.”
Sommige jaren heeft het MZI-zaad ons echt gered Anthony Riedijk - Mosselkweker
Arbeidsintensief en duur
Een keerzijde is er zeker ook. “De MZI’s zijn ontzettend arbeidsintensief en heel duur. Soms ben je echt in staat om de hele zooi af te snijden en naar de stort te brengen. Zeker als je met zestien man op een schip aan het ontwokkelen bent (touw uit de knoop aan het halen, red.). Dat is heel zwaar werk. Er ligt wel 6 kilometer touw over zo’n MZI heen, van dat loodzware natte touw. Dan ben je aan het eind van de week echt rijp voor de fysio.”